|
|
|
|
Nieuwsbrief kapitaalmarkten
6 februari 2014 |
|
|
Beste relatie,
In deze nieuwsbrief van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) vindt u een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in het toezicht op kapitaalmarkten van de afgelopen periode. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In november vroegen we u mee te doen aan het AFM stakeholdersonderzoek. Ruim 2.000 zakelijke stakeholders gaven gehoor aan onze oproep en namen de moeite de online vragenlijst in te vullen. Dat toont een enorme betrokkenheid bij het toezicht en de AFM. Wij willen een ieder hartelijk bedanken voor de tijd die daarin is gestoken en voor de zeer waardevolle feedback. Het geeft ons een goed inzicht in hoe de markt over ons toezicht oordeelt. En het geeft ons daarmee goede handvatten voor verdere verbetering van de manier waarop we dit toezicht uitvoeren, onze contacten met u en de interactie met de markt. We zullen in de wijze waarop we communiceren, door middel van nieuwsberichten op onze website, Twitter, Linkedin, Facebook en onze nieuwsbrieven, uitdrukkelijk rekening houden met uw feedback.
Een van de vragen in het onderzoek ging over deze KM nieuwsbrief. Drie op de vijf lezers gaven aan dat zij deze KM nieuwsbrief (zeer) nuttig vinden voor de uitvoering van hun werk. De algemene AFM nieuwsbrief scoorde zelfs nog iets beter, namelijk 70% van de lezers vindt deze nuttig. Op basis van de verkregen feedback denken wij dat onze KM nieuwsbrief nog beter en actueler kan. Tot op heden gaf de nieuwsbrief een samenvatting van wat er de afgelopen twee maanden op onze website was verschenen. Wij willen graag meer inspelen op de actualiteit en gaan daarom meteen aan de slag: vanaf onze volgende nieuwsbrief zulllen we actiever communiceren over ons toezicht op de kapitaalmarkten. Graag krijgen we ook daarover uw feedback. Heeft u suggesties voor (onderwerpen in) onze nieuwsbrief, laat het ons dan weten via website@afm.nl. Ook als u straks tevreden bent over onze vernieuwde nieuwsbrief horen we dat natuurlijk graag.
Rondom de presentatie van het jaarverslag brengen we de resultaten van het stakeholdersonderzoek naar buiten via Twitter, een persbericht en onze website. Ook ziet u meer van de resultaten terug in het jaarverslag van de AFM.
Naar boven |
|
|
|
|
|
|
|
|
AFM verwelkomt nieuwe voorzitter
|
|
|
|
|
|
|
|
Minister Dijsselbloem van Financiën heeft vrijdag 31 januari bekendgemaakt dat Merel van Vroonhoven per 1 april 2014 zal aantreden bij de AFM als voorzitter. Zij wordt benoemd voor vier jaar. De benoeming van de nieuwe voorzitter is op voordracht van de raad van toezicht van de AFM. Het bestuur en de raad van toezicht van de AFM zijn verheugd over de benoeming.
Merel van Vroonhoven benoemd tot voorzitter AFM |
|
|
|
|
|
|
|
|
Nieuwe leden Commissie Kapitaalmarkt
|
|
|
|
|
|
|
|
Twee deskundigen zijn toegetreden tot de commissie Kapitaalmarkt van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Niek Nahuis zal per juni 2014 lid worden en René Maatman is per februari 2014 lid geworden van deze commissie die als klankbord van experts fungeert. Tevens zijn de leden Van Tets, Munsters, Cremers en Van Solinge herbenoemd voor een periode van drie jaar.
Niek Nahuis is per 1 oktober 2013 Agent (directeur) van het Agentschap bij de Generale Thesaurie. Het Agentschap is verantwoordelijk voor het beheer van de staatsschuld. Daarvoor was hij hoofd van de afdeling Beleid en Risicomanagement, tevens plaatsvervangend directeur bij het Agentschap. Voor het Agentschap was hij werkzaam bij de directie Algemene en Financiële Economische Politiek van het ministerie van Financiën en bij de Nederlandsche Bank. Niek Nahuis studeerde algemene economie aan de Rijksuniversiteit Groningen.
René Maatman is advocaat en partner bij De Brauw Blackstone Westbroek. Daarvoor was hij bestuurder van de AFM. René Maatman was voor zijn bestuursperiode bij de AFM hoofd Juridische en Fiscale Zaken bij ABP Vermogensbeheer en was lid van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. Naast zijn werkzaamheden bij De Brauw Blackstone Westbroek is hij als hoogleraar Vermogensrecht verbonden aan het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht van de Radboud Universiteit Nijmegen.
De Commissie Kapitaalmarkt adviseert de AFM op het gebied van effecteninfrastructuur, openbare biedingen, marktmisbruik en prospectusvraagstukken.
Meer informatie over de Commissie Kapitaalmarkt |
|
|
|
|
|
|
|
|
Overeenstemming over uitgangspunten MiFID II
|
|
|
|
|
|
|
|
Op 14 januari hebben de Europese Commissie, het Europees Parlement en de Raad van Ministers een voorlopig akkoord bereikt over MiFID II. De politieke basiskeuzes op level 1 liggen nu vast. Vervolgens wordt er gekeken naar de uitvoeringsmaatregelen die hier nadere invulling aan geven. Met het akkoord is er nu op politiek niveau overeenstemming over onderwerpen als marktstructuur (o.a. de introductie van de Organised Trading Facility (OTF) als nieuw handelsplatform), pre- en post-trade transparantie, positielimieten voor commodities, open access clearing, algoritmische handels activiteiten (HFT) en investor protection.
Hoewel publicatie van de definitieve tekst van MiFID II nog moet plaatsvinden, zijn hiermee de politieke basiskeuzes vastgesteld. ESMA gaat nu de uitvoeringsmaatregelen op level 2 uitwerken en vervolgens consulteren. ESMA schrijft hiervoor eerst een Discussion Paper, die naar verwachting in mei wordt gepubliceerd. Marktpartijen hebben dan de mogelijkheid om hierop te reageren. Na verwerking van de consultatiereacties zal ESMA een Consultation Paper opstellen en publiceren. Parallel aan de uitwerking van de uitvoeringsmaatregelen wordt het nationale implementatietraject gestart. Het Ministerie van Financiën bereidt de implementatie van MiFID-II in nationale regelgeving voor, de AFM heeft hierbij een adviserende rol. Naar verwachting treedt MiFID II eind 2016 in werking. Marktpartijen hebben tot dat moment de tijd om hun bedrijfsvoering aan de nieuwe regelgeving aan te passen.
Uitgangspunten Mifid II |
|
|
|
|
|
|
|
|
Rapportageverplichting onder EMIR per 12 februari 2014
|
|
|
|
|
|
|
|
Door de invoering van de European Market Infrastructure Regulation (EMIR) moet iedere partij die een derivatencontract sluit de details van deze transactie rapporteren aan een Trade Repository. Een Trade Repository verzamelt en bewaart centraal de rapportage van derivaten in een transactieregister. Deze Trade Repositories verschaffen regelgevers en toezichthouders inzicht in de (OTC-)derivatenmarkt, om de transparantie in de derivatenmarkt te bevorderen.
De Europese toezichthouder ESMA (European Securities and Markets Authority) heeft de eerste vergunningen aan Trade Repositories per 14 november 2013 verleend. Hierdoor gaat de rapportageverplichting onder EMIR per 12 februari 2014 officieel van start. Deze verplichting geldt voor alle derivatenklassen, ongeacht of deze op een handelsplatform of daarbuiten (over-the-counter, OTC) worden verhandeld. De AFM gaat samen met de Nederlandsche Bank toezicht houden op de rapportageplicht onder EMIR.
Trading Repositories
Meer informatie over EMIR |
|
|
|
|
|
|
|
|
Central Securities Depositories Regulation
|
|
|
|
|
|
|
|
In maart 2012 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor een EU-verordening om de afwikkeling van effecten in de EU te verbeteren, en voor geharmoniseerde eisen voor het toezicht op zogenoemde “Central Securities Depositories (CSDs)”. Via een CSD wordt de juridische eigendom van effecten gewaarborgd. Het toezicht op deze CSDs is nu volledig nationaal georiënteerd.
Op dit moment lijken de Raad, het Europees Parlement en de Commissie dicht bij een akkoord over een finale tekst voor deze Verordening. Het toezicht op basis van een EU-verordening wordt niet eerder dan 2015 effectief. In de komende maanden stelt ESMA nadere regels op, die later dit jaar als concept voor consultatie worden gepubliceerd. De regels gaan over een groot aantal deelonderwerpen die op hoofdlijnen in de Verordening zijn opgenomen, zoals settlement discipline, vergunningverlening en kapitaaleisen. De AFM neemt in ESMA-verband deel aan de voorbereiding van deze concept-regels.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toezicht op betalingsafwikkeling
|
|
|
|
|
|
|
|
Vanaf 1 januari van dit jaar is de AFM samen met DNB toezichthouder op het girale betaalverkeer in Nederland. De Wft bevat nu bepalingen voor het toezicht op afwikkelondernemingen die verantwoordelijk zijn voor de afhandeling van het girale betalingsverkeer. Er zijn drie soorten afwikkeldiensten: het doorzenden van verzoeken voor de goedkeuring van betaalopdrachten, het goedkeuren van die verzoeken en het salderen van de rekeningen.
Voor 1 januari stonden afwikkelondernemingen al onder vrijwillig toezicht van DNB. Dit toezicht zonder wettelijk afdwingbare handhaving was ontoereikend om de risico’s in het betalingsverkeer te beheersen. Want, door het toenemende gebruik van betaalpassen ontstaat een systeemrisico; als het betalingsverkeer niet functioneert kan dat tot ‘maatschappelijke ontwrichting’ leiden.
Voor de AFM is dit een nieuwe toezichttaak.
DNB en AFM voeren het toezicht gezamenlijk uit aan de hand van internationale standaarden voor afwikkeling van transacties. DNB is de vergunningverlener en verantwoordelijk voor het toezicht op de prudentiële vereisten. AFM adviseert DNB bij de vergunningverlening en heeft een zelfstandige verantwoordelijkheid voor de bepalingen over gedragstoezicht.
Meer informatie
Vragen |
|
|
|
|
|
|
|
|
IOSCO publiceert rapporten over marktstructuur en trading fees |
|
|
|
|
|
|
|
De International Organization Securities Commissions (IOSCO) heeft op 13 december 2013 twee rapporten gepubliceerd op het gebied van secundaire markten: “Trading fee models and their impact on trading behaviour” en “Regulatory issues raised by changes in market structure”.
Rapport over marktstructuur
Dit rapport identificeert mogelijke risico’s van ontwikkelingen in de marktstructuur (zoals technologische ontwikkeling, meer concurrentie en fragmentatie van markten). Ook beschrijft het hoe deze risico’s kunnen worden geadresseerd. Het rapport is het antwoord van IOSCO op een verzoek van de G20. De G20 had gevraagd om aanbevelingen te ontwikkelen voor het bevorderen van de integriteit en efficiency van markten en het beperken van de risico’s van de recente technologische ontwikkelingen voor het financiële systeem. IOSCO doet aanbevelingen hoe toezichthouders het beste kunnen omgaan met het monitoren van de impact van fragmentatie op marktintegriteit en efficiency, de beschikbaarheid en tijdigheid van informatie, de regels voor uitvoering van orders (zoals ‘best execution’) en toegang tot liquiditeit. De AFM heeft aan het rapport meegewerkt door het opvragen en verzamelen van gegevens bij NYSE Euronext en TOM en het helpen opstellen van het rapport.
Rapport over trading fee models
Dit rapport geeft een overzicht van trading fee models wereldwijd en hoe trading fee models het handelsgedrag beïnvloeden. Technologische ontwikkeling heeft de laatste jaren geleid tot meer concurrentie tussen handelsplaatsen. De handel is meer gefragmenteerd, met veel meer keuze voor beleggers en intermediairs waar en hoe zij handelen. De handelsplaatsen spelen hier op in door te concurreren met handelssystemen en technologie, marktmodellen en trading fees, inclusief trading fee structuren. IOSCO heeft een onderzoek gedaan naar de fee models die in gebruik zijn bij marktplaatsen. De AFM heeft aan het onderzoek meegewerkt door gegevens op te vragen bij Euronext en TOM en de vragenlijst te beantwoorden. De resultaten zijn op de website van IOSCO gepubliceerd. IOSCO heeft op basis van de verzamelde data geen definitieve conclusies kunnen trekken over het effect van trading fees en trading fee models op het handelsgedrag. IOSCO blijft daarom de ontwikkelingen van trading fee models en trading fees monitoren. meten:
Persbericht: Report on Regulatory Issues Raised by Changes in Market Structure
Rapport: Regulatory Issues Raised by Changes in Market Structure
Persbericht: Report on the Impact of Trading Fee Models on Trading Behaviour
Rapport: Trading Fee Models and their Impact on Trading Behaviour |
|
|
|
|
|
|
|
|
Kamer van Koophandel wereldwijd erkend als uitgever van Legal Entity Identifiers
|
|
|
|
|
|
|
|
De Kamer van Koophandel (KvK) is één van de uitgevende instanties in de wereld van ‘Legal Entity Identifiers’ (LEI’s). Sinds begin dit jaar wordt de LEI van de KvK wereldwijd door toezichthouders erkend.
De LEI zal in de EU in eerste instantie worden gebruikt om alle instellingen die derivatencontracten aangaan of het afsluiten daarvan faciliteren te voorzien van een wereldwijd unieke identificatie. Dit zodat deze instellingen aan hun rapportageverplichtingen over derivaatcontracten kunnen voldoen.
Persbericht: Kamer van Koophandel wereldwijd erkend als uitgever van Legal Entity Identifiers |
|
|
|
|
|
|
|
|
Beleggingsfondsen: maak melding van de risico’s van bankleningen!
|
|
|
|
|
|
|
|
Biedt u een beleggingsfonds aan waarin bankleningen een groot deel van de activa financieren? Dan moet u ervoor zorgen dat u in de documenten waarin het fonds wordt beschreven, zoals het prospectus of informatiememorandum, duidelijk alle risico’s en belangrijkste voorwaarden vermeldt van de bankfinanciering. Dit geldt voor alle beleggings-fondsen: wel- en niet-beursgenoteerd en wel en niet onder toezicht staand. De AFM ziet nu dat belangrijke risico’s worden onderbelicht.
Essentiële informatie over financieringsrisico’s opnemen in het prospectus
Het prospectus of informatiememorandum is het centrale document voor beleggers. Hierin staan de voorwaarden, de structuur, de rechten en plichten; alles wat ook maar relevant kan zijn voor een verantwoorde beleggingsbeslissing. Het prospectus moet duidelijkheid geven over het ‘soort broodje’ dat wordt aangeboden. De AFM ziet veel zwaar met bankleningen gefinancierde beleggingsfondsen waarbij essentiële informatie over (de risico’s van) die financiering afwezig of onderbelicht is. Vaak wordt dit beperkt tot het risico dat er meer rente moet worden betaald als de rentevaste periode van de banklening is afgelopen. Ook wordt beleggers nog wel vaak duidelijk gemaakt dat de aangeboden effecten achtergesteld zijn en er ten behoeve van de bank zekerheden zijn gesteld op alle activa ; bij vastgoed en schepen in de vorm van een hypotheek.
Onvermeld blijven echter de extra eisen van de bank (convenanten) waaraan het fonds doorlopend moet voldoen. Zodra het fonds tijdens de looptijd niet meer voldoet aan deze eisen, kunnen er vergaande maatregelen volgen die van grote invloed zijn op de positie van de beleggers. De rente kan bijvoorbeeld worden verhoogd, waardoor het rendement en het voor uitkering beschikbaar dividend daalt. Of er kan vervroegde aflossing op de lening worden geëist. Een reëel scenario in dergelijke gevallen is dat als hiervoor geen geld beschikbaar is, de bank het zekerheidsrecht uitoefent en de activa acuut moeten worden verkocht. De belegger ziet dan waarschijnlijk niets meer van zijn inleg meer terug.
Informatie over bankconvenanten is daarom relevant voor beleggers. De relevantie neemt toe naarmate de bankfinanciering een groter deel uitmaakt van het beleggingsfonds en naarmate de convenanten scherper zijn gesteld. Met het oog op dit laatste heeft de initiatiefnemer van een beleggingsfonds niet alleen de verantwoordelijkheid de beleggers goed te informeren over de afspraken met de bank, maar ook om hen geen onaanvaardbaar risico te laten lopen. |
|
|
|
|
|
|
|
|
Aanpassing verklaring behorende bij de aanvraag tot goedkeuring
|
|
|
|
|
|
|
|
In de verklaring behorende bij de aanvraag tot goedkeuring van een prospectus is de volgende tekst toegevoegd:
“Indien in het prospectus een winstprognose en/of pro forma financiële informatie is opgenomen, dan is deze al door de betrokken accountant beoordeeld en is deze van zodanige kwaliteit dat de uitgevende instelling er vertrouwen in heeft dat de accountant hierover zijn verklaring afgeeft.”
De verklaring is op die wijze aangepast, omdat de AFM verwacht dat de winstprognose (inclusief de daarbij vermelde hypothesen) en/of de pro forma financiële informatie van zodanige kwaliteit is dat deze in volgende concepten niet hoeft te worden aangepast. In het verleden kwamen dergelijke aanpassingen wel voor na opmerkingen van de accountant.
Bij de aanvraag tot goedkeuring dient de meest actuele versie van de daarbij behorende verklaring te worden ingediend. Deze kan worden gedownload via de AFM-website.
Proces aanvraag goedkeuring |
|
|
|
|
|
|
|
|
Annex XXX van de Prospectusverordening
|
|
|
|
|
|
|
|
Sinds de invoering van Annex XXX (Additional information regarding consent as referred to in Article 20a of the Prospectus Directive) wordt deze Annex soms ten overvloede bij de AFM ingediend. Voor de goede orde informeren wij u hierbij dat Annex XXX niet van toepassing is als het prospectus uitsluitend gebruikt wordt voor toelating van effecten tot de handel op een gereglementeerde markt.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wijziging ‘Veelgestelde vragen’ over openbaar bod
|
|
|
|
|
|
|
|
Op grond van artikel 16 lid 2 van het Besluit openbare biedingen Wft (Bob) moet een bieder in het persbericht bij gestanddoening van een openbaar bod zijn aandelenbezit vermelden. Zowel het percentage van effecten dat onder het bod is aangemeld als het totale percentage van effecten dat in het bezit is van de bieder dient te worden vermeld. Deze informatie moet ook worden opgenomen in het persbericht dat een bieder na afloop van de na-aanmeldingstermijn publiceert op grond van artikel 17 lid 4 Bob.
Op de website van de AFM wordt onder Veelgestelde vragen een toelichting gegeven over de wijze waarop deze percentages moeten worden berekend. De tekst is recentelijk aangepast. De gewijzigde tekst vindt u door te klikken op onderstaande link:
Veelgestelde vraag over openbaar bod |
|
|
|
|
|
|
|
|
AFM verheugd over overeenstemming tussen EP en EU Lidstaten over versterking accountantscontrole
|
|
|
|
|
|
|
|
De AFM is verheugd over het feit dat het Europees Parlement en de Europese lidstaten op 17 december 2013 overeenstemming hebben bereikt over de hervorming van de accountantsmarkt. De AFM verwacht dat het bereikte compromis bijdraagt aan de benodigde verbetering van de kwaliteit van wettelijke controles, herstel van vertrouwen in accountants en een versterking van het functioneren van de financiële markten.
Het Europees Parlement en de lidstaten hebben de afgelopen twee jaar intensief onderhandeld over de wetgevings-voorstellen van de Europese Commissie die op 30 november 2011 zijn gepresenteerd door Commissaris Barnier, verantwoordelijk voor de interne markt. Deze wetgevings-voorstellen bestaan uit een ontwerpverordening voor wettelijke controles bij controlecliënten die als organisaties van openbaar belang (OOB’s) worden aangemerkt en een ontwerprichtlijn met wijzigingen in de huidige Auditrichtlijn (Statutory Audit Directive). De AFM publiceerde op 31 januari 2012 al een uitgebreide analyse van deze wetgevingsvoorstellen en plaatste enkele kanttekeningen bij de voorstellen.
De onderhandelingen tussen het Parlement en de lidstaten hebben geleid tot een compromis dat in belangrijke mate tegemoetkomt aan de kanttekeningen van de AFM. De nieuwe regels worden vanaf twee jaar na publicatie van toepassing.
Nieuwsbericht AFM |
|
|
|
|
|
|
|
|
Nulmeting accountantsorganisaties afgerond - Ook bij SRA-kantoren ingrijpende maatregelen nodig
|
|
|
|
|
|
|
|
Met het onderzoek bij de SRA-kantoren heeft de AFM haar zogenoemde nulmeting afgerond bij vergunninghoudende accountantsorganisaties. SRA-kantoren zijn kantoren met een niet-OOB-vergunning die zijn aangesloten bij de SRA, de Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten.
In de afgelopen vier jaar heeft de AFM onderzoeken uitgevoerd bij de verschillende groepen vergunninghouders: de Big 4-accountantsorganisaties, de overige OOB-accountantsorganisaties en de niet-OOB-accountantsorganisaties (te onderscheiden in NBA- en SRA-kantoren).
De AFM riep medio 2013 de zogenoemde NBA-kantoren, niet-OOB-kantoren die niet bij de SRA zijn aangesloten, op om ingrijpende maatregelen te nemen om de kwaliteit van hun wettelijke controles op niveau te brengen. Uit het onderzoek bij de SRA-kantoren blijkt dat ook daar de kwaliteit van de uitgevoerde wettelijke controles onvoldoende is en dat ook zij ingrijpende maatregelen moeten nemen om de kwaliteit van hun wettelijke controles op niveau te brengen.
Nieuwsbericht AFM |
|
|
|
|
|
|
|
|
AFM reageert op schikking KPMG
|
|
|
|
|
|
|
|
KPMG heeft een schikking getroffen met het OM voor haar rol bij het verhullen van betalingen aan buitenlandse agenten. De schikking heeft betrekking op een onderzoek uitgevoerd door het FIOD onder leiding van het Functioneel Parket van het OM. Volgens het OM is gebleken dat de door KPMG verrichte accountantscontrole bewust is uitgevoerd op een wijze die mede mogelijk heeft gemaakt dat betalingen van Ballast Nedam aan buitenlandse agenten en de daarbij horende schaduwadministratie werden verhuld.
De AFM heeft een korte reactie op haar website geplaatst.
Nieuwsbericht AFM |
|
|
|
|
|
|
|
|
Europese database met bevindingen uit toezicht op accountantsorganisaties
|
|
|
|
|
|
|
|
De toezichthouders op accountantsorganisaties uit 27 Europese landen hebben een gemeenschappelijke database gelanceerd om bevindingen uit hun toezicht te verzamelen en te delen.
Deze niet-openbare database zal bevindingen bevatten uit toezichtonderzoeken bij de tien grootste Europese netwerken van accountantsorganisaties (PwC, KPMG, Deloitte, EY, BDO, Grant Thornton, Nexia, Baker Tilly, Mazars en Moore Stephens). Het gaat daarbij alleen om bevindingen uit onderzoeken naar de controlewerkzaamheden bij organisaties van openbaar belang (OOB’s). De database zal bijdragen aan een consistente interpretatie door de Europese toezichthouders van uitkomsten van toezichtonderzoeken en aan het ontwikkelen van gemeenschappelijke werkwijzen bij het herstellen van tekortkomingen in de kwaliteit van wettelijke controles.
Het project is een initiatief van de in 2011 opgerichte Europese Audit Inspection Group (EAIG), waar de AFM lid van is. De EAIG biedt Europese toezichthouders op accountantsorganisaties een platform voor samenwerking binnen de kaders van de achtste EU Richtlijn 2006/43/EG. De AFM is lid van de EAIG.
Nieuwsbericht AFM |
|
|
|
|
|
|
|
|
Vervallen van de consolidatievrijstelling voor tussenholdings ex artikel 2:408 BW |
|
|
|
|
|
|
|
In de Wijzigingswet Financiële Markten 2014 is onder meer artikel 2:408 BW aangepast. Dit artikel geeft tussenholdings, onder voorwaarden, de mogelijkheid om af te zien van consolidatie. In Nederland kon deze vrijstelling, in afwijking van de 7e EG Richtlijn, ook worden toegepast door tussenholdings met op de beurs genoteerde effecten. Na de inwerkingtreding van de Wijzigingswet Financiële Markten 2014 is dit niet langer meer mogelijk en is de Nederlandse wetgeving op dit punt in lijn met de 7e EG Richtlijn.
Van de betrokken ondernemingen begreep de AFM dat het bijzonder lastig zou zijn om, door de late aanname van de wetswijziging, eind 2013 een geconsolideerde jaarrekening op te maken met vergelijkende cijfers over 2012. Deze problematiek wordt versterkt door de omstandigheid dat als gevolg van het vervallen van deze consolidatievrijstelling de tussenholdings die gebruik maakten van deze consolidatievrijstelling voor het eerst een geconsolideerde jaarrekening op basis van IFRS gaan opmaken en daarom IFRS 1 zouden moeten toepassen.
Om aan de bezwaren van de betrokken ondernemingen tegemoet te komen heeft de AFM het ministerie van Financiën geadviseerd om de wijziging pas met ingang van 1 januari 2015 te laten ingaan. Het ministerie heeft dit advies overgenomen. De AFM denkt dat de betrokken ondernemingen nu voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden op de gevolgen van het vervallen van deze consolidatievrijstelling.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Overige wijzigingen Wijzigingswet Financiële Markten 2014
|
|
|
|
|
|
|
|
De overige wijzigingen in de Wijzigingswet Financiële Markten 2014 hebben voor het toezicht op de financiële verslaggeving o.a. de volgende gevolgen.
Ten eerste moeten beursgenoteerde ondernemingen de gebruikers van de jaarrekening via een persbericht informeren over wijzigingen in de jaarrekening nadat deze door het bestuur is opgemaakt en door de raad van commissarissen is goedgekeurd, maar nog niet is vastgesteld door de aandeelhoudersvergadering. Ten tweede is het bestuur van een beursgenoteerde onderneming voortaan verplicht om een persbericht te publiceren wanneer het na de vaststelling van de jaarrekening constateert dat de jaarrekening toch in ernstige mate tekortschiet in het geven van een goed inzicht in de financiële situatie van de onderneming.
Verder heeft de AFM nu de mogelijkheid om via de Ondernemingskamer af te dwingen dat een onderneming een aanbeveling opvolgt die de AFM over de (half)jaarrekening heeft gegeven. Tevens is de termijn voor het indienen van een verzoek bij de Ondernemingskamer verlengd van zes naar negen maanden als het gaat om ondernemingen met een statutaire zetel in Nederland die buiten de Europese Unie beursgenoteerd zijn. Dit geldt zowel voor het verzoek om nadere toelichting als voor het verzoek om een aanbeveling op te volgen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De AFM en de Raad voor de Jaarverslaggeving
|
|
|
|
|
|
|
|
De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) heeft in 2013 een aantal uitingen uitgebracht over financiële instrumenten. Met deze uitingen zijn onder andere de vereisten rond kostprijshedge-accounting en toelichtingen op risico’s uit financiële instrumenten aangescherpt. De AFM is van mening dat de RJ een goede stap heeft gezet in het robuuster maken van de verslaggevingsnormen rond financiële instrumenten en vooral rond kostprijshedge-accounting.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ESMA publiceert rapport over vergelijkbaarheid van de financiële verslaggeving van Europese financiële instellingen
|
|
|
|
|
|
|
|
De European Securities and Markets Authority (ESMA) heeft vandaag een rapport gepubliceerd met de titel ‘Comparability of IFRS Financial Statements of Financial institutions in Europe’. Het rapport geeft een overzicht van de verslaggevingspraktijken van 39 grote Europese financiële instellingen in de financiële verslaggeving 2012. Het rapport bevat een aantal aanbevelingen om de transparantie in en de vergelijkbaarheid van de financiële verslaggeving te vergroten.
Rapport ESMA: Comparability of IFRS Financial Statements of Financial institutions in Europe
ESMA constateert enerzijds dat veelal wordt voldaan aan de specifieke toelichtingsvereisten uit IFRS 7. Anderzijds stelt ESMA vast dat het vergelijken van de financiële instellingen lastig is doordat:
1. de kwaliteit van de verstrekte informatie sterk verschilt. Sommige financiële instellingen geven weinig entiteit-specifieke toelichtingen en/of
2. de informatie niet of onvoldoende is gestructureerd.
De AFM heeft op 23 oktober 2013 vergelijkbare bevindingen gepubliceerd over de verslaggeving van kredietrisico's uit beleggingen en vorderingen door Nederlandse banken en verzekeraars.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De uiterste data voor het algemeen verkrijgbaar stellen en het gelijktijdig deponeren bij de AFM van de jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële verslaggeving en tussentijdse verklaringen in 2014 zijn:
• Jaarlijkse financiële verslaggeving: 1 mei 2014
• Tussentijdse verklaring (Q1-verklaring): 19 mei 2014
• Halfjaarlijkse financiële verslaggeving: 31 augustus 2014
• Tussentijdse verklaring (Q3-verklaring): 17 november 2014
Het deponeren van de financiële verslaggeving bij de AFM mag dus niet later gebeuren dan de datum van het algemeen verkrijgbaar stellen. Als u uw gegevens vóór deze data bekendmaakt, moet u ze dus tegelijkertijd bij de AFM deponeren.
De documenten kunt u aanleveren via de dienst 'Deponeren financiële verslaggeving' in Loket AFM.
Loket AFM
Informatie over deponeren |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Reacties op de nieuwsbrief
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Wat vindt u van deze nieuwsbrief?
Bent u tevreden over de nieuwsbrief voor kapitaalmarkten? Mist u onderwerpen of zou u het graag anders zien? Laat het ons weten via website@afm.nl.
|
|
|
Contact met de AFM
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
