Bekijk de webversie van deze nieuwsbrief.
Nieuwsbrief Financiële dienstverleners 25 februari 2013

Beste relatie,
Deze nieuwsbrief houdt u op de hoogte van de ontwikkelingen rond (het toezicht op) financiële dienstverleners onder de Wet op het financieel toezicht (Wft). Meer informatie over de Wft vindt u op de website van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder het gedeelte voor adviseurs & bemiddelaars. Deze website is rechtstreeks te benaderen via www.afm.nl/fd.
Onderwerpen in deze nieuwsbrief:


Aandachtspunten
 
Aandachtspunten
De AFM wijst u op ontwikkelingen in de markt met betrekking tot specifieke onderwerpen. Hierbij benoemt de AFM aandachtspunten die van belang kunnen zijn voor uw bedrijfsvoering en het adviseren en bemiddelen in financiële producten in het algemeen.

Het provisieverbod in de praktijk
Sinds enkele weken maakt het provisieverbod voor u en uw collega’s deel uit van de dagelijkse praktijk. De inwerkingtreding van het provisieverbod is niet onopgemerkt voorbij gegaan. Er is veel aandacht voor in vak- en dagbladen en consumentenprogramma’s als TROS Radar en Kassa. Ook de standpunten van de AFM over ‘cure no pay’ en ‘no cure, no pay’ zijn veel in het nieuws geweest.

De markt is druk bezig met de invoering van het provisieverbod. Veel aanbieders, adviseurs en bemiddelaars hebben hun bedieningsconcept en verdienmodel aangepast aan de nieuwe situatie. De AFM ziet al een verscheidenheid aan bedieningsconcepten ontstaan. De AFM vindt dit een goede ontwikkeling; het geeft de klant meer keuzemogelijkheden.

De AFM merkt dat de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen nog veel praktische vragen oproept. Op de website beantwoordt de AFM daarom veelgestelde vragen over het provisieverbod. In deze nieuwsbrief zet de AFM er een aantal voor u op een rij, namelijk:

  • Mag een financiële dienstverlener nog vergoedingen van aanbieders ontvangen voor producten onder het provisieverbod?
  • Mogen aanbieders adviseurs en bemiddelaars betalen voor het herstellen van door hen gemaakte fouten?
  • Wanneer eindigt de doorlopende provisie op contracten die vóór 1 januari 2013 zijn afgesloten?
  • Kunt u uw klanten gespreide betaling van advieskosten aanbieden?
  • Mag een aanbieder of gevolmachtigd agent namens u de advieskosten innen?
Mag een financiële dienstverlener nog vergoedingen van aanbieders ontvangen voor producten onder het provisieverbod?
In principe mag dit niet. Voor het bemiddelen of adviseren in een financieel product dat onder het provisieverbod valt, mag een aanbieder geen beloning of vergoeding verstrekken en de adviseur geen beloning of vergoeding ontvangen.  

Er geldt een uitzondering voor zaken die aanbieders aan adviseurs en bemiddelaars verstrekken die echt noodzakelijk zijn voor het verlenen van de financiële dienst. Deze uitzondering ziet op specifieke uitzonderingen als het leveren van een offertesysteem door de aanbieder, waneer de financiële dienstverlener dit nodig heeft om een financieel product aan te vragen. Hetzelfde geldt voor voorlichting door de aanbieder aan de adviseur of bemiddelaar over bepaalde financiële producten. Daarnaast mag u van een aanbieder relatiegeschenken tot een gezamenlijke waarde van 100 euro op jaarbasis ontvangen. Dit valt niet onder het provisieverbod.

Mogen aanbieders adviseurs en bemiddelaars betalen voor het herstellen van door hen gemaakte fouten?
Nee, dit is niet toegestaan. Het provisieverbod omvat iedere vergoeding voor het adviseren en bemiddelen van financiële producten. Hieronder vallen dus ook vergoedingen aan de financiële dienstverlener voor het herstellen van fouten die aanbieders maken. Deze vergoedingen zijn verbonden aan het afsluiten van een financieel product en dus niet toegestaan onder het provisieverbod.

Verzekeraars hebben in overleg met adviseurs en bemiddelaars voor de ‘herstelkosten’ een standaardprocedure voor klanten geïntroduceerd, de zogenaamde Herstelkostenregeling provisieverbod. Door een beroep te doen op deze regeling kan de klant de kosten als gevolg van een fout van de verzekeraar vergoed krijgen.  Deze regeling ziet alleen op fouten in offertes of contracten met betrekking tot de producten die onder het provisieverbod vallen.

Wanneer eindigt de doorlopende provisie op contracten die vóór 1 januari 2013 zijn afgesloten?
Voor producten die onder het provisieverbod vallen en die vóór 1 januari 2013 zijn afgesloten, mag u provisie blijven ontvangen. Dit verandert wanneer een wijziging ertoe leidt dat een nieuw contract tot stand komt. Het ‘oude’ contract met provisie vervalt en u mag geen provisie meer ontvangen op basis van de nieuwe overeenkomst.

Wanneer is er sprake van een nieuw contract? Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van of er een nieuw contract tot stand komt. Het vraagstuk over het moment van ontstaan van een nieuwe overeenkomst is van civielrechtelijke aard; de AFM kan hier geen uitsluitsel over bieden. In de AFM Nieuwsbrief Financiële dienstverleners van 20 december 2012 heeft de AFM kenbaar gemaakt wanneer er in ieder geval sprake is van een nieuwe overeenkomst. Dit heeft de AFM gedaan naar aanleiding van de vraag ‘Wanneer moeten aanbieders kosten voor advies en/of distributie rechtstreeks in rekening brengen bij de consument?’.

Marktpartijen moeten zelf nagaan of er sprake is van totstandkoming van een nieuwe overeenkomst. Er komt in ieder geval wel een nieuwe overeenkomst tot stand wanneer u met uw klant wezenlijke wijzigingen in de samenstellingen van het product of andere productoplossingen overeenkomt. Een voorbeeld van een wijziging waardoor een nieuwe overeenkomst tot stand komt is de omzetting van opbouw- of beleggingsproducten naar een ander financieel product. Ook als opbouw- of beleggingsproducten verbonden zijn aan een eerder afgesloten hypotheeklening ontstaat een nieuwe overeenkomst bij het omzetten van deze producten. Een ander voorbeeld is de omzetting van de hypotheekvorm.

Kunt u uw klanten gespreide betaling van advieskosten aanbieden?
Ja, dit kan onder voorwaarden. Gespreide betaling van advieskosten is namelijk mogelijk als:

  • u geen rente of andere kosten in rekening brengt; én
  • de gespreide betaling niet langer dan 2 jaar loopt.
De wetgever heeft gespreide betaling onder deze voorwaarden mogelijk gemaakt, zodat een betaling die langer loopt dan 3 maanden en voldoet aan de voorwaarden niet als consumptief krediet in de zin van de Wft wordt beschouwd. De wetgever wil voorkomen dat het afsluiten van een consumptief krediet een extra drempel vormt voor het inwinnen van advies door de klant.

Mag een aanbieder of gevolmachtigd agent namens u de advieskosten innen?
De inning van uw advieskosten door de aanbieder of gevolmachtigd agent is niet toegestaan onder het provisieverbod. Dit betekent dat ook betalingsconstructies niet zijn toegestaan, waarbij de aanbieder uw advieskosten int via een opslag op de rente of premie van het product. Dergelijke constructies behouden namelijk de intensieve (financiële) relatie tussen de financiële dienstverlener en aanbieder, waardoor sturingsmogelijkheden in de adviesketen blijven bestaan.

Ontwikkelingen
De AFM blijft de ontwikkelingen rondom het provisieverbod nauwlettend volgen. Voor meer informatie over het provisieverbod verwijzen wij u:

Naar de Themapagina Provisieverbod

Naar de publicaties over het provisieverbod
 
Aandacht voor serviceabonnementen 
In de Nieuwsbrief Financiële dienstverleners december 2012 heeft de AFM aandacht besteed aan serviceabonnementen. Het onderwerp leeft ook onder consumenten. Zeer regelmatig ontvangen wij van consumenten vragen over serviceabonnementen. In deze nieuwsbrief zet de AFM voor u nog eens de belangrijkste punten over dit onderwerp onder elkaar.

Duidelijkheid
Uit de vragen van consumenten blijkt dat er bij klanten vooral onduidelijkheid bestaat over het nut van een serviceabonnement. Het is aan financiële dienstverleners om hier duidelijk over te zijn. U moet goed vertellen en omschrijven wat de klant wel en niet krijgt binnen het abonnement.

Het moet voor een klant ook duidelijk zijn dat er altijd kosten worden gemaakt voor dienstverlening en hoe deze kosten worden betaald: door de aanbieder via (doorlopende) provisiegeldstromen (bij bestaande klanten en/of eenvoudige schadeverzekeringen) of door de klant zelf.

De AFM verwacht dat de financiële dienstverlener ervoor zorgt dat de dienstverlening die via de abonnementen wordt toegezegd, ook daadwerkelijk wordt nagekomen.

Geen verplichting
Klanten zijn op geen enkele wijze verplicht tot het aangaan van een serviceabonnement. De AFM verwacht dat de financiële dienstverlener dit ook duidelijk communiceert naar de klant.

Bestaande klanten
Voor bestaande klanten voor wie de financiële dienstverlener al provisie heeft ontvangen of nog steeds ontvangt, verwacht de AFM dat hij terughoudend is met het aanbieden van een serviceabonnement tegen betaling. De financiële dienstverlener mag klanten niet dubbel laten betalen voor dezelfde dienstverlening.
 
Hieronder een schematisch overzicht van de aspecten waarmee de financiële dienstverlener te maken heeft bij de invulling van zijn doorlopende zorgplicht. We raden financiële dienstverleners aan bij twijfelgevallen in het voordeel van de consument te handelen. De toelichting op de zorgplichtbegrippen vindt u in ons artikel dat we in december 2012 hebben uitgebracht.


Schema doorlopende zorgplicht

Meer informatie
De ontwikkelingen rondom serviceabonnementen blijven onder de aandacht van de AFM. Voor meer informatie verwijzen wij u:

Naar het artikel ‘Nazorg en serviceabonnementen: Het belang van de klant centraal’
(PDF)
Naar het nieuwsbericht: 'AFM in TROS Radar: financieel adviseurs moeten duidelijk zijn over serviceabonnementen'

Naar de themapagina Nazorg

 
Tussenstand pensioenverzekeringen
Per 1 januari 2012 is de nieuwe deelvergunning Pensioenverzekeringen en Premiepensioenvorderingen geïntroduceerd. De vakbekwaamheidseisen voor het bemiddelen en adviseren in pensioenverzekeringen en premiepensioenvorderingen zijn per die datum aangescherpt. Voor bestaande adviseurs en bemiddelaars in pensioenverzekeringen gold de mogelijkheid om aanspraak te maken op een overgangsregime. Financiële dienstverleners die onder het overgangsregime vallen, hebben tot uiterlijk 1 januari 2014 de tijd om de vakbekwaamheid voor pensioenverzekeringen en premiepensioenvorderingen te regelen.

In januari heeft de AFM iets meer dan 2700 aanmeldingen ontvangen onder het overgangsregime. Inmiddels is de deelvergunning Pensioenverzekeringen en Premiepensioenvorderingen bij meer dan 700 financiële dienstverleners weer ingetrokken. In sommige gevallen is dit gebeurd op eigen verzoek, maar de meest voorkomende reden voor het intrekken is het niet tijdig opsturen van een betalingsbewijs voor een opleiding aan de AFM door financiële dienstverleners. Meer dan 200 financiële dienstverleners hebben al aangetoond dat de feitelijk leidinggevende de juiste diploma’s heeft behaald. Voor de overige 1800 financiële dienstverleners geldt dat zij voor het einde van dit jaar moeten aantonen dat de juiste diploma’s zijn behaald.

Uit het Self Assessment van 2012 blijkt dat 385 financiële dienstverleners op 31 oktober 2012 nog beschikten over een pensioenportefeuille, maar hier geen juiste vergunning voor hadden. Deze partijen hebben een individuele terugkoppeling gekregen, waarin we hebben aangegeven dat ze de portefeuille zo spoedig mogelijk moeten overdragen. Het gaat hier veelal om relatief kleinere portefeuilles van één tot tien contracten die enkel beheerd worden. Houdt u er rekening mee dat het overdragen van de portefeuille meer tijd kan kosten dan in eerste instantie gedacht. Begin daarom tijdig aan het afwikkelen of overdragen van uw pensioenportefeuille.
 
Kwijtscheldingsfaciliteiten bij consumptief krediet niet in belang consument
De AFM vindt kwijtscheldingsfaciliteiten bij consumptief kredietproducten niet in het belang van de consument. De AFM is hierover in gesprek gegaan met de aanbieders van consumptief krediet. Naar aanleiding hiervan stoppen de aanbieders van consumptief krediet met het aanbieden van deze kwijtscheldingsfaciliteiten. De AFM vindt het in het belang van de consument en in het belang van een gelijk speelveld dat in de markt alleen reguliere betalingsbeschermers worden aangeboden waarbij consumenten de wettelijke bescherming kunnen genieten die voor deze producten geldt.

Wat is een kwijtscheldingsfaciliteit?
De AFM heeft het afgelopen jaar onderzoeken gedaan naar kwijtscheldingsfaciliteiten in de consumptief kredietmarkt. Deze producten worden ook wel waiverconstructies of protectieplannen genoemd. Deze producten hebben tot doel om consumenten die een consumptief krediet afsluiten bescherming te bieden bij overlijden, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Een deel van de verplichtingen die bij het krediet horen, wordt door de werking van dit product kwijtgescholden als de consument overlijdt, arbeidsongeschikt raakt of werkloos wordt. De consument kon er voor kiezen om deze kwijtscheldingsfaciliteit wel of niet bij het krediet af te sluiten. Deze publicatie en het onderzoek van de AFM zien niet op gebruikelijke, beknopte standaardvoorwaarden die zijn opgenomen in een kredietovereenkomst om in het geval van overlijden een deel van de lening kwijt te schelden.

Verschil met reguliere betalingsbeschermers
Een reguliere betalingsbeschermer is een verzekering ter dekking van het risico dat de verzekeringnemer betalingsverplichtingen uit hoofde van een kredietovereenkomst niet kan nakomen. Een kwijtscheldingsfaciliteit verschilt van een reguliere betalingsbeschermer. Een reguliere betalingsbeschermer wordt aangeboden aan een consument door een partij met een vergunning als verzekeraar. Bij het inroepen van de dekking van een betalingsbeschermer wordt een geldbedrag uitgekeerd. Dit geldbedrag kan vervolgens worden gebruikt om de verplichtingen bij de kredietaanbieder af te betalen. Bij een kwijtscheldingsfaciliteit is het de kredietaanbieder zelf die de optionele bescherming aanbiedt. De dekking van het product bestaat uit het kwijtschelden van (een deel van) de openstaande schuld van de consument vanwege het krediet. De kredietaanbieder verzekert zichzelf in deze constructie bij een verzekeraar tegen het risico van het moeten kwijtschelden van de openstaande schuld. De consument heeft bij deze constructie geen overeenkomst met een verzekeraar.

Waarom vindt de AFM kwijtscheldingsfaciliteiten niet in het belang van de consument?
Een kwijtscheldingsfaciliteit heeft hetzelfde doel als reguliere betalingsbeschermers. Beide soorten producten vervullen een behoefte van consumenten om beschermd te worden tegen onvoorzien inkomstenverlies, waardoor de lasten van het krediet minder goed zijn op te brengen. Voor consumenten is het belangrijk dat zij de wettelijke bescherming en transparantie krijgen die nodig is bij de aanschaf van een dergelijk product. De kwijtscheldingsfaciliteit zoals die door kredietaanbieders werd aangeboden, biedt deze gereguleerde consumentenbescherming niet. Dit vindt de AFM onwenselijk. Zo geldt bijvoorbeeld het provisieverbod per 1 januari 2013 alleen voor de reguliere betalingsbeschermers.

Gesprekken met marktpartijen
De AFM heeft met alle marktpartijen gesproken waarvan de AFM op de hoogte is dat zij een kwijtscheldingsfaciliteit aanboden. Naar aanleiding hiervan stoppen zij met het aanbieden van deze kwijtscheldingsfaciliteiten.

Naar informatie voor kredietaanbieders op de website
Vraag van de maand

Het Ondernemersloket van de AFM beantwoordt vragen van onder andere financiële dienstverleners. Elke maand selecteert het Ondernemersloket een veelgestelde vraag om in de nieuwsbrief nader onder de aandacht te brengen.


Mag u met een aanbieder afspraken maken over de productprijs als gevolg van een bepaalde advieskwaliteit of hoog inkoopvolume?  
Er blijkt in de markt veel onduidelijkheid te heersen over de beantwoording van deze vraag. Onderhandelen in het belang van de klant over productkortingen blijft onder het provisieverbod natuurlijk toegestaan. De klant mag immers verwachten dat u stevig onderhandelt in zijn voordeel.

Belangrijk hierbij is dat de aanbieder geen afdwingbare eisen mag stellen aan de productkortingen, zoals een minimale productie of advieskwaliteit door de financiële dienstverlener. Aanbieders krijgen sturingsmogelijkheden door de productkorting aan deze vooraf vastgestelde variabelen te koppelen. Het provisieverbod beoogt sturing in de adviesketen juist te voorkomen, omdat dit kan leiden tot het adviseren van een product dat niet geschikt is voor de klant. Daarnaast is het voor aanbieders lastig om een variabele, als de kwaliteit van dienstverlening, feitelijk vast te stellen. Aanbieders mogen dus geen voorwaarden verbinden aan de productprijzen die zij aan u rekenen. Dit betekent ook dat een eventueel bedongen productkorting geen relatie mag hebben met de hoogte van de prijs van de dienst die u levert.

De AFM is er wel voorstander van dat aanbieders verscheidenheid in productvoorwaarden en prijs aanbrengen, bijvoorbeeld wanneer klanten bepaalde preventiemaatregelen hebben genomen. Voor het hanteren van verschillende voorwaarden en prijzen hoeft de aanbieder geen afspraken te maken met een bepaalde financiële dienstverlener. Financiële dienstverleners kunnen in dit geval wel duidelijk hun meerwaarde tonen. Bijvoorbeeld door voor klanten die preventieve maatregelen hebben genomen, op zoek te gaan naar aanbieders die hen daarvoor belonen met voordelige producten.

Link naar nieuwsbericht over productkortingen
Korte nieuwsberichten
Hier vindt u een selectie van persberichten en mededelingen van de AFM die voor u van belang kunnen zijn.

Naar het meest recente nieuws



AFM legt lasten onder dwangsom op voor niet invullen self-assessment
De AFM heeft op 28 januari en 4 februari 2013 lasten onder dwangsom opgelegd aan drie financieel dienstverleners die het self-assessment voor 2012 niet hebben ingevuld. Deze financieel dienstverleners is verzocht om de vragenlijst binnen tien dagen in te vullen. Ze zijn volgens de wet verplicht om medewerking te verlenen aan dit informatieverzoek van de AFM.

Ruim 99 procent van de 7800 financieel dienstverleners die bij de AFM staan geregistreerd heeft het self-assessment ingevuld en verstuurd. Een minderheid heeft dat niet gedaan. De AFM heeft besloten uitsluitend een last onder dwangsom op te leggen aan partijen die zowel in het verleden als in het afgelopen jaar het self-assessment niet hebben ingevuld en verstuurd. De AFM heeft deze dienstverleners herhaaldelijk zowel per brief als telefonisch verzocht mee te werken aan het informatieverzoek. De financieel dienstverleners die het self-assessment voor een eerste keer niet hebben ingevuld en verstuurd, hebben een normoverdragende brief ontvangen.

Naar het volledige bericht op de website
 
Reactie AFM op aanpassing adviesmodel Rabobank
De AFM heeft constructieve gesprekken gevoerd met Rabobank over haar adviesmodel (no cure no pay). Rabobank heeft naar aanleiding van deze gesprekken besloten haar adviesmodel aan te passen.

Rabobank heeft aangegeven dat de invoering van het nieuwe adviesmodel tijd kost. Daarom is er met de bank afgesproken dat ze uiterlijk 30 juni het nieuwe adviesmodel invoert. De AFM benadrukt daarom het belangrijk te vinden dat de Rabobank dit nieuwe model zo snel als mogelijk invoert.

Naar het volledige bericht op de website
 
Veel reacties op de consultatie van het dienstverleningsdocument
De AFM heeft zestig reacties van verschillende marktpartijen ontvangen op haar voorstellen voor het nieuwe, standaard dienstverleningsdocument. Dit document is erg belangrijk voor consumenten, omdat ze hiermee een goede vergelijking kunnen maken tussen de dienstverlening en kosten van verschillende partijen. De AFM stelt het daarom zeer op prijs dat veel partijen zich verantwoordelijk voelen voor de ontwikkeling van een goed dienstverleningsdocument.

De marktconsultatie liep tot 1 februari. De AFM neemt alle reacties in overweging om zo te komen tot een beter en werkbaar standaard dienstverleningsdocument.

Naar het volledige bericht op de website
 
Speech Michiel Denkers: “Van verklaring naar moreel-ethisch gedrag”
“De eed kan een belangrijke bijdrage leveren aan de cultuurverandering in de financiële sector, en daarmee aan het herstel van vertrouwen. De waarde zit niet zozeer in de eed als instrument voor ons toezicht, als wel in de eed als instrument om het zelfbewustzijn en zelfkritisch vermogen van de sector te versterken.” Dit zei Michiel Denkers van de AFM bij de themamiddag “Van Verklaring naar Eed” van het Nederlands Compliance Instituut op 24 januari.

“Met de invoering van de eed is een belangrijke en mooie eerste stap gezet”, zei Denkers in zijn speech, onder de titel “Van verklaring naar moreel-ethisch gedrag”. Het ministerie van Financiën wil onderzoek doen naar de wenselijkheid van uitbreiding van sancties gekoppeld aan de eed, verplichte registratie en koppeling aan een systeem van tuchtrecht. “Dit zijn vragen waar wij – toezichthouders en de markt- natuurlijk ook alvast onze gedachten over kunnen laten varen.”

Naar het volledige bericht op de website
Reacties op de nieuwsbrief

Wat vindt u van deze nieuwsbrief?
Bent u tevreden over de nieuwsbrief voor financiële dienstverleners? Mist u onderwerpen of zou u het graag anders zien? Laat het ons weten via ondernemersloket@afm.nl t.a.v. Redactie nieuwsbrief.

Contact met de AFM
U kunt het Ondernemersloket van de AFM bereiken op werkdagen tussen 10.00 en 17.00 uur op 0900-6800 680 (€0,05 per minuut). U kunt ook een e-mail sturen naar ondernemersloket@afm.nl.


 
 
 
Afmelden | Profiel wijzigen | Doorsturen